B D G H L M P Q S T

Triggerpoints

Weergaven: 0

TRIGGERPOINTS

Wat zijn Triggerpoints?

Triggerpoints kunnen worden omschreven als kleine, pijnlijke knobbels of verharde plekken in spieren. Deze knobbels kunnen gevoelig zijn en pijn veroorzaken wanneer er druk op wordt uitgeoefend. Triggerpoints kunnen zich vormen als gevolg van spierspanning, overbelasting, letsel of andere factoren. Ze kunnen leiden tot lokale pijn in de spier zelf en referentiepijn, wat betekent dat de pijn kan uitstralen naar andere delen van het lichaam. Triggerpoints worden vaak geassocieerd met myofasciaal pijnsyndroom en kunnen leiden tot stijfheid, verminderde bewegingsvrijheid en andere symptomen. Behandelingen omvatten het masseren of behandelen van deze knobbels om de spieren te ontspannen en de pijn te verlichten.

Welke triggerpoints onderscheiden we?

1. Trapeziusspier

Triggerpoints in de trapeziusspier kunnen zich op verschillende punten ontwikkelen, maar ze hebben doorgaans specifieke locaties waar ze vaker voorkomen. De trapeziusspier is een grote spier die zich uitstrekt over de bovenkant van de rug en de nek, en deze spier kan worden onderverdeeld in drie delen: de bovenste trapezius, de middelste trapezius en de onderste trapezius.

Elk van deze delen kan triggerpoints ontwikkelen op specifieke locaties:

  1. Bovenste trapezius: Triggerpoints in de bovenste trapezius komen vaak voor aan de basis van de nek, dichtbij de schedel en langs de bovenrand van de schouderbladen. Deze triggerpoints kunnen hoofdpijn, nekpijn en pijn in de schouders en bovenrug veroorzaken.
  2. Middelste trapezius: Triggerpoints in de middelste trapezius kunnen zich vormen langs de middenrug, tussen de schouderbladen. Deze triggerpoints kunnen pijn veroorzaken in dit gebied en kunnen ook schouderpijn en bewegingsbeperkingen teweegbrengen.
  3. Onderste trapezius: Triggerpoints in de onderste trapezius bevinden zich meestal in de buurt van de onderrand van de schouderbladen en kunnen leiden tot pijn in de bovenrug en schouderregio.

2. Sternocleidomastoideusspier

Triggerpoints in de sternocleidomastoideusspier (SCM-spier) hebben typische locaties waar ze zich vaker ontwikkelen, en deze locaties zijn over het algemeen consistent bij de meeste mensen. De sternocleidomastoideusspier is een lange nekspier die van de schedelbasis naar het borstbeen en het sleutelbeen loopt.

De meest voorkomende locaties voor triggerpoints in deze spier zijn:

  1. Bovenste deel van de SCM: Triggerpoints in het bovenste gedeelte van de sternocleidomastoideusspier bevinden zich dichter bij de schedelbasis. Deze kunnen pijn en spanning in de nek en achter het oor veroorzaken.
  2. Middelste deel van de SCM: Triggerpoints in het middelste gedeelte van de spier zitten meestal in het midden van de nek. Deze triggerpoints kunnen nekpijn, hoofdpijn en duizeligheid veroorzaken.
  3. Onderste deel van de SCM: Triggerpoints in het onderste gedeelte van de SCM bevinden zich dichter bij het borstbeen en het sleutelbeen. Deze kunnen pijn en spanning in de keel en de voorkant van de nek veroorzaken.

3. Latissimus dorsi-spier

Triggerpoints in de Latissimus dorsi-spier, ook wel de lats genoemd, kunnen zich op specifieke locaties vormen, en deze locaties zijn doorgaans vergelijkbaar bij de meeste mensen. De Latissimus dorsi-spieren zijn grote, vlakke spieren die zich uitstrekken over de zijkanten van de rug en zich aanhechten aan het bovenarmbeen (humerus).

De meest voorkomende locaties voor triggerpoints in deze spier zijn:

  1. Bovenste deel van de lats: Triggerpoints in het bovenste deel van de Latissimus dorsi-spier kunnen zich ontwikkelen nabij de aanhechting van de spier aan de bovenarm (humerus) en kunnen pijn veroorzaken in de schouder en de achterkant van de arm.
  2. Midden van de lats: Triggerpoints in het midden van de Latissimus dorsi-spier kunnen pijn in de rug veroorzaken, meestal ter hoogte van de ribbenkast.
  3. Onderste deel van de lats: Triggerpoints in het onderste deel van de spier kunnen pijn uitstralen naar de onderrug of de flank.

4. Gluteusspieren

Triggerpoints in de gluteusspieren, zoals de gluteus maximus en de gluteus medius, hebben vaak specifieke locaties waar ze vaker voorkomen, maar ze kunnen zich in principe op verschillende punten van deze spieren ontwikkelen.

Hieronder enkele veelvoorkomende locaties waar triggerpoints in de gluteusspieren zich kunnen vormen:

  1. Gluteus maximus: Deze spier is de grootste spier in de bilregio en heeft verschillende punten waar triggerpoints kunnen ontstaan. Veelvoorkomende locaties zijn de bovenkant van de bilspier, de buitenkant van de heup en het gebied nabij de lumbale wervelkolom. Triggerpoints in de gluteus maximus kunnen lage rugpijn, heuppijn en pijn in de bilregio veroorzaken.
  2. Gluteus medius: De gluteus medius bevindt zich onder de gluteus maximus en strekt zich uit over de heup. Triggerpoints in deze spier komen vaak voor aan de zijkant van de heup, meestal in de buurt van het heupbot (trochanter major). Deze triggerpoints kunnen pijn in de heup en uitstraling naar de onderrug of het bovenbeen veroorzaken.

5. Quadratus lumborum-spier

Triggerpoints in de QL-spier kunnen zich op de volgende veelvoorkomende locaties ontwikkelen:

  1. Bovenste gedeelte van de spier: Triggerpoints kunnen zich vormen in het bovenste deel van de QL-spier, dichter bij de ribben. Dit kan leiden tot pijn in de flank en de bovenste onderrug.
  2. Onderste gedeelte van de spier: Triggerpoints kunnen zich ook ontwikkelen in het onderste gedeelte van de QL-spier, dichter bij de bekkenrand. Dit kan lage rugpijn veroorzaken die zich uitstrekt naar de heup en de onderrug.
  3. Midden van de spier: Sommige mensen ervaren triggerpoints in het midden van de QL-spier, wat kan leiden tot pijn die zich naar zowel de bovenste als de onderste delen van de onderrug uitbreidt.

6. Pectoralisspieren

Triggerpoints in de grote borstspier (Pectoralis Major) kunnen bijzonder pijnlijk zijn en zorgwekkend, vanwege het feit dat ze de symptomen die gevoeld kunnen worden, kunnen lijken op problemen met het hart. 

Pectoralis major

Triggerpoints kunnen zich vormen langs de spiervezels van de pectoralis major, vooral in de buurt van de aanhechtingen van de spier aan het borstbeen en de bovenarm. Deze triggerpoints kunnen pijn in de borst en in sommige gevallen uitstraling naar de arm en schouder veroorzaken.

Pectoralis minor

Triggerpoints in de pectoralis minor bevinden zich meestal aan de randen van de spier, waar deze aan de ribben en aan het schouderblad (scapula) bevestigd is. Deze triggerpoints kunnen pijn veroorzaken die uitstraalt naar de voorkant van de schouder en soms naar de arm.

7. Deltaspieren

Triggerpoints in de deltaspieren, ook bekend als de deltaspier of deltoid, kunnen zich ontwikkelen op specifieke locaties, maar ze kunnen in principe op verschillende punten van deze spieren ontstaan. De deltaspier is de spier die de schouder vormt en bestaat uit drie delen: de voorste deltaspier (anterior deltoid), de laterale deltaspier (lateral deltoid), en de achterste deltaspier (posterior deltoid)

  1. Voorste deltaspier (anterior deltoid): Triggerpoints in de voorste deltaspier kunnen zich vormen aan de voorkant van de schouder, dichtbij het schoudergewricht. Deze triggerpoints kunnen pijn veroorzaken in de voorkant van de schouder en de bovenarm.
  2. Laterale deltaspier (lateral deltoid): Triggerpoints in de laterale deltaspier bevinden zich aan de zijkant van de schouder. Deze triggerpoints kunnen pijn veroorzaken in het buitenste deel van de schouder en de bovenarm.
  3. Achterste deltaspier (posterior deltoid): Triggerpoints in de achterste deltaspier kunnen zich vormen aan de achterkant van de schouder, in de buurt van het schouderblad. Deze triggerpoints kunnen pijn veroorzaken in het schouderbladgebied en het achterste deel van de schouder.

Hoewel er typische locaties zijn waar triggerpoints in de deltaspieren zich vaker vormen, kunnen ze inderdaad op verschillende punten van deze spieren ontstaan. De ontwikkeling van triggerpoints kan worden beïnvloed door individuele factoren zoals spiergebruik, overbelasting, slechte houding, blessures en andere vormen van spierstress.

8. Biceps brachii-spier

Triggerpoints in de Biceps brachii-spier, ook wel de biceps genoemd, hebben specifieke locaties waar ze vaker voorkomen. De biceps is de tweehoofdige spier in de bovenarm en bestaat uit de lange kop (brachialis) en de korte kop.

Triggerpoints in de biceps ontwikkelen zich meestal in de spierbuik van de lange kop, en de locaties kunnen variëren:

Lange kop (brachialis): Triggerpoints in de lange kop van de biceps bevinden zich meestal in het middelste deel van de spierbuik, dichtbij de aanhechting aan het schouderblad. Deze triggerpoints kunnen pijn en spanning veroorzaken in het voorste deel van de bovenarm en de schouder.

Hoewel triggerpoints in de biceps zich vaker in de lange kop vormen, kunnen ze in principe op verschillende punten van de spier ontstaan, afhankelijk van individuele factoren zoals spiergebruik, overbelasting, blessures en andere vormen van spierstress.

Het is belangrijk op te merken dat de meeste mensen met triggerpoints in de biceps deze ervaren als pijn en ongemak in de bovenarm of schouder, en behandelingen kunnen helpen bij het verlichten van deze symptomen.

9. Gastrocnemius-spier

Triggerpoints in de Gastrocnemius-spier, ook wel de kuitspier genoemd, hebben specifieke locaties waar ze vaker voorkomen. De Gastrocnemius bestaat uit twee koppen, de mediale (binnenste) en laterale (buitenste) kop, en deze spier speelt een belangrijke rol bij het buigen van de enkel en het ondersteunen van het lichaamsgewicht tijdens lopen en staan.

Triggerpoints in de Gastrocnemius-spier ontwikkelen zich meestal op de volgende locaties:

  1. Mediale kop (binnenste deel): Triggerpoints in de mediale kop van de Gastrocnemius bevinden zich meestal aan de binnenkant van de kuitspier, dichtbij het midden van de kuit. Deze triggerpoints kunnen pijn en spanning veroorzaken aan de binnenkant van de kuit.
  2. Laterale kop (buitenste deel): Triggerpoints in de laterale kop van de Gastrocnemius bevinden zich aan de buitenkant van de kuitspier, dichtbij het midden van de kuit. Deze triggerpoints kunnen pijn en spanning veroorzaken aan de buitenkant van de kuit.

Hoewel triggerpoints in de Gastrocnemius-spier zich vaker op deze locaties vormen, kunnen ze in principe op verschillende punten van de spier ontstaan, afhankelijk van individuele factoren zoals spiergebruik, overbelasting, blessures en andere vormen van spierstress.

Behandeling:

De behandeling van triggerpoints in de spieren omvat meestal massage, myofasciale release, stretchoefeningen en warmte- of koudebehandelingen om de spanning te verminderen en de pijn te verlichten. Mensen met triggerpoints in de spieren ervaren vaak pijn en stijfheid, en behandelingen kunnen helpen bij het verlichten van deze symptomen.

Als de pijn aanhoudt of ernstig is, wordt geadviseerd om medisch advies in te winnen.


Disclaimer

Lees meer hierover

voor meest recente informatie
kijk ook eens op:
Voorbehoud

De hierboven verstrekte medische informatie dient alleen ter algemene kennis.
Raadpleeg altijd uw huisarts voor persoonlijk advies en evaluatie van uw gezondheidstoestand.

Triggerpoints #2

Weergaven: 0

TRIGGERPOINTS

Wat zijn Triggerpoints?

Triggerpoints kunnen worden omschreven als kleine, pijnlijke knobbels of verharde plekken in spieren. Deze knobbels kunnen gevoelig zijn en pijn veroorzaken wanneer er druk op wordt uitgeoefend. Triggerpoints kunnen zich vormen als gevolg van spierspanning, overbelasting, letsel of andere factoren. Ze kunnen leiden tot lokale pijn in de spier zelf en referentiepijn, wat betekent dat de pijn kan uitstralen naar andere delen van het lichaam. Triggerpoints worden vaak geassocieerd met myofasciaal pijnsyndroom en kunnen leiden tot stijfheid, verminderde bewegingsvrijheid en andere symptomen. Behandelingen omvatten het masseren of behandelen van deze knobbels om de spieren te ontspannen en de pijn te verlichten.

Welke triggerpoints onderscheiden we?

1. Trapeziusspier

Triggerpoints in de trapeziusspier kunnen zich op verschillende punten ontwikkelen, maar ze hebben doorgaans specifieke locaties waar ze vaker voorkomen. De trapeziusspier is een grote spier die zich uitstrekt over de bovenkant van de rug en de nek, en deze spier kan worden onderverdeeld in drie delen: de bovenste trapezius, de middelste trapezius en de onderste trapezius.

Elk van deze delen kan triggerpoints ontwikkelen op specifieke locaties:

  1. Bovenste trapezius: Triggerpoints in de bovenste trapezius komen vaak voor aan de basis van de nek, dichtbij de schedel en langs de bovenrand van de schouderbladen. Deze triggerpoints kunnen hoofdpijn, nekpijn en pijn in de schouders en bovenrug veroorzaken.
  2. Middelste trapezius: Triggerpoints in de middelste trapezius kunnen zich vormen langs de middenrug, tussen de schouderbladen. Deze triggerpoints kunnen pijn veroorzaken in dit gebied en kunnen ook schouderpijn en bewegingsbeperkingen teweegbrengen.
  3. Onderste trapezius: Triggerpoints in de onderste trapezius bevinden zich meestal in de buurt van de onderrand van de schouderbladen en kunnen leiden tot pijn in de bovenrug en schouderregio.

2. Sternocleidomastoideusspier

Triggerpoints in de sternocleidomastoideusspier (SCM-spier) hebben typische locaties waar ze zich vaker ontwikkelen, en deze locaties zijn over het algemeen consistent bij de meeste mensen. De sternocleidomastoideusspier is een lange nekspier die van de schedelbasis naar het borstbeen en het sleutelbeen loopt.

De meest voorkomende locaties voor triggerpoints in deze spier zijn:

  1. Bovenste deel van de SCM: Triggerpoints in het bovenste gedeelte van de sternocleidomastoideusspier bevinden zich dichter bij de schedelbasis. Deze kunnen pijn en spanning in de nek en achter het oor veroorzaken.
  2. Middelste deel van de SCM: Triggerpoints in het middelste gedeelte van de spier zitten meestal in het midden van de nek. Deze triggerpoints kunnen nekpijn, hoofdpijn en duizeligheid veroorzaken.
  3. Onderste deel van de SCM: Triggerpoints in het onderste gedeelte van de SCM bevinden zich dichter bij het borstbeen en het sleutelbeen. Deze kunnen pijn en spanning in de keel en de voorkant van de nek veroorzaken.

3. Latissimus dorsi-spier

Triggerpoints in de Latissimus dorsi-spier, ook wel de lats genoemd, kunnen zich op specifieke locaties vormen, en deze locaties zijn doorgaans vergelijkbaar bij de meeste mensen. De Latissimus dorsi-spieren zijn grote, vlakke spieren die zich uitstrekken over de zijkanten van de rug en zich aanhechten aan het bovenarmbeen (humerus).

De meest voorkomende locaties voor triggerpoints in deze spier zijn:

  1. Bovenste deel van de lats: Triggerpoints in het bovenste deel van de Latissimus dorsi-spier kunnen zich ontwikkelen nabij de aanhechting van de spier aan de bovenarm (humerus) en kunnen pijn veroorzaken in de schouder en de achterkant van de arm.
  2. Midden van de lats: Triggerpoints in het midden van de Latissimus dorsi-spier kunnen pijn in de rug veroorzaken, meestal ter hoogte van de ribbenkast.
  3. Onderste deel van de lats: Triggerpoints in het onderste deel van de spier kunnen pijn uitstralen naar de onderrug of de flank.

4. Gluteusspieren

Triggerpoints in de gluteusspieren, zoals de gluteus maximus en de gluteus medius, hebben vaak specifieke locaties waar ze vaker voorkomen, maar ze kunnen zich in principe op verschillende punten van deze spieren ontwikkelen.

Hieronder enkele veelvoorkomende locaties waar triggerpoints in de gluteusspieren zich kunnen vormen:

  1. Gluteus maximus: Deze spier is de grootste spier in de bilregio en heeft verschillende punten waar triggerpoints kunnen ontstaan. Veelvoorkomende locaties zijn de bovenkant van de bilspier, de buitenkant van de heup en het gebied nabij de lumbale wervelkolom. Triggerpoints in de gluteus maximus kunnen lage rugpijn, heuppijn en pijn in de bilregio veroorzaken.
  2. Gluteus medius: De gluteus medius bevindt zich onder de gluteus maximus en strekt zich uit over de heup. Triggerpoints in deze spier komen vaak voor aan de zijkant van de heup, meestal in de buurt van het heupbot (trochanter major). Deze triggerpoints kunnen pijn in de heup en uitstraling naar de onderrug of het bovenbeen veroorzaken.

5. Quadratus lumborum-spier

Triggerpoints in de QL-spier kunnen zich op de volgende veelvoorkomende locaties ontwikkelen:

  1. Bovenste gedeelte van de spier: Triggerpoints kunnen zich vormen in het bovenste deel van de QL-spier, dichter bij de ribben. Dit kan leiden tot pijn in de flank en de bovenste onderrug.
  2. Onderste gedeelte van de spier: Triggerpoints kunnen zich ook ontwikkelen in het onderste gedeelte van de QL-spier, dichter bij de bekkenrand. Dit kan lage rugpijn veroorzaken die zich uitstrekt naar de heup en de onderrug.
  3. Midden van de spier: Sommige mensen ervaren triggerpoints in het midden van de QL-spier, wat kan leiden tot pijn die zich naar zowel de bovenste als de onderste delen van de onderrug uitbreidt.

6. Pectoralisspieren

Triggerpoints in de grote borstspier (Pectoralis Major) kunnen bijzonder pijnlijk zijn en zorgwekkend, vanwege het feit dat ze de symptomen die gevoeld kunnen worden, kunnen lijken op problemen met het hart. 

Pectoralis major

Triggerpoints kunnen zich vormen langs de spiervezels van de pectoralis major, vooral in de buurt van de aanhechtingen van de spier aan het borstbeen en de bovenarm. Deze triggerpoints kunnen pijn in de borst en in sommige gevallen uitstraling naar de arm en schouder veroorzaken.

Pectoralis minor

Triggerpoints in de pectoralis minor bevinden zich meestal aan de randen van de spier, waar deze aan de ribben en aan het schouderblad (scapula) bevestigd is. Deze triggerpoints kunnen pijn veroorzaken die uitstraalt naar de voorkant van de schouder en soms naar de arm.

7. Deltaspieren

Triggerpoints in de deltaspieren, ook bekend als de deltaspier of deltoid, kunnen zich ontwikkelen op specifieke locaties, maar ze kunnen in principe op verschillende punten van deze spieren ontstaan. De deltaspier is de spier die de schouder vormt en bestaat uit drie delen: de voorste deltaspier (anterior deltoid), de laterale deltaspier (lateral deltoid), en de achterste deltaspier (posterior deltoid)

  1. Voorste deltaspier (anterior deltoid): Triggerpoints in de voorste deltaspier kunnen zich vormen aan de voorkant van de schouder, dichtbij het schoudergewricht. Deze triggerpoints kunnen pijn veroorzaken in de voorkant van de schouder en de bovenarm.
  2. Laterale deltaspier (lateral deltoid): Triggerpoints in de laterale deltaspier bevinden zich aan de zijkant van de schouder. Deze triggerpoints kunnen pijn veroorzaken in het buitenste deel van de schouder en de bovenarm.
  3. Achterste deltaspier (posterior deltoid): Triggerpoints in de achterste deltaspier kunnen zich vormen aan de achterkant van de schouder, in de buurt van het schouderblad. Deze triggerpoints kunnen pijn veroorzaken in het schouderbladgebied en het achterste deel van de schouder.

Hoewel er typische locaties zijn waar triggerpoints in de deltaspieren zich vaker vormen, kunnen ze inderdaad op verschillende punten van deze spieren ontstaan. De ontwikkeling van triggerpoints kan worden beïnvloed door individuele factoren zoals spiergebruik, overbelasting, slechte houding, blessures en andere vormen van spierstress.

8. Biceps brachii-spier

Triggerpoints in de Biceps brachii-spier, ook wel de biceps genoemd, hebben specifieke locaties waar ze vaker voorkomen. De biceps is de tweehoofdige spier in de bovenarm en bestaat uit de lange kop (brachialis) en de korte kop.

Triggerpoints in de biceps ontwikkelen zich meestal in de spierbuik van de lange kop, en de locaties kunnen variëren:

Lange kop (brachialis): Triggerpoints in de lange kop van de biceps bevinden zich meestal in het middelste deel van de spierbuik, dichtbij de aanhechting aan het schouderblad. Deze triggerpoints kunnen pijn en spanning veroorzaken in het voorste deel van de bovenarm en de schouder.

Hoewel triggerpoints in de biceps zich vaker in de lange kop vormen, kunnen ze in principe op verschillende punten van de spier ontstaan, afhankelijk van individuele factoren zoals spiergebruik, overbelasting, blessures en andere vormen van spierstress.

Het is belangrijk op te merken dat de meeste mensen met triggerpoints in de biceps deze ervaren als pijn en ongemak in de bovenarm of schouder, en behandelingen kunnen helpen bij het verlichten van deze symptomen.

9. Gastrocnemius-spier

Triggerpoints in de Gastrocnemius-spier, ook wel de kuitspier genoemd, hebben specifieke locaties waar ze vaker voorkomen. De Gastrocnemius bestaat uit twee koppen, de mediale (binnenste) en laterale (buitenste) kop, en deze spier speelt een belangrijke rol bij het buigen van de enkel en het ondersteunen van het lichaamsgewicht tijdens lopen en staan.

Triggerpoints in de Gastrocnemius-spier ontwikkelen zich meestal op de volgende locaties:

  1. Mediale kop (binnenste deel): Triggerpoints in de mediale kop van de Gastrocnemius bevinden zich meestal aan de binnenkant van de kuitspier, dichtbij het midden van de kuit. Deze triggerpoints kunnen pijn en spanning veroorzaken aan de binnenkant van de kuit.
  2. Laterale kop (buitenste deel): Triggerpoints in de laterale kop van de Gastrocnemius bevinden zich aan de buitenkant van de kuitspier, dichtbij het midden van de kuit. Deze triggerpoints kunnen pijn en spanning veroorzaken aan de buitenkant van de kuit.

Hoewel triggerpoints in de Gastrocnemius-spier zich vaker op deze locaties vormen, kunnen ze in principe op verschillende punten van de spier ontstaan, afhankelijk van individuele factoren zoals spiergebruik, overbelasting, blessures en andere vormen van spierstress.

Behandeling:

De behandeling van triggerpoints in de spieren omvat meestal massage, myofasciale release, stretchoefeningen en warmte- of koudebehandelingen om de spanning te verminderen en de pijn te verlichten. Mensen met triggerpoints in de spieren ervaren vaak pijn en stijfheid, en behandelingen kunnen helpen bij het verlichten van deze symptomen.

Als de pijn aanhoudt of ernstig is, wordt geadviseerd om medisch advies in te winnen.


Disclaimer

Lees meer hierover

voor meest recente informatie
kijk ook eens op:
Voorbehoud

De hierboven verstrekte medische informatie dient alleen ter algemene kennis.
Raadpleeg altijd uw huisarts voor persoonlijk advies en evaluatie van uw gezondheidstoestand.